De laatste week of dag van het jaar kunnen we altijd tal van terugblikken lezen: lijstjes met bijzondere mensen die overleden, meest ingrijpende gebeurtenissen die plaatsvonden, de opvallendste uitspraken, en ga zo maar door. Überhaupt zijn wij Hollanders een volk dat dol is op lijstjes. We produceren er dan ook vele van, niet alleen aan het einde van het jaar: de beste scholen, de beste gezondheidszorg, de beste politici. Het lijkt er steeds meer op of het onze nationale hobby is die ons verbindt. Immers het zijn lijstjes gebaseerd op objectieve cijfers en de vergelijkingen die hierin worden getrokken zijn daarom dus ‘waar’.
Het meest indrukwekkende lijstje dit jaar vond ik toch wel het lijstje dat aangeeft hoe goed we ‘t doen t.o.v. de rest van de wereld (zie hierboven van Gijs Weenink). Als je dit overzicht leest, vraag je je af wat maakt dat we ook zo dol zijn op onze andere nationale hobby, klagen? Ook in galspugerij zijn we goed: we klagen steen en been over de meest uiteenlopende dingen, van futiliteiten tot (gelukkig) ook werkelijk belangrijke zaken. En dit steeds vaker in niet mis te verstane bewoordingen en in en op talloze media.
Wat mij naast de lijstjes – waarvan ik overigens het nut veelal ten zeerste betwijfel behalve dat ze een relatieve positie aangeven t.o.v. anderen die op de lijstjes prijken – het meest verwondert is ook de toon waarop we elkaar tegemoet treden. Gematigdheid, de mogelijkheid tot het vinden wat ons verbindt i.p.v. wat ons scheidt, relativering en vooral ook het in staat zijn of willen zijn te bedenken wat de eigen rol is in veel van deze klagerijen lijkt ten enen male te ontbreken. Die houding, weinig tot geen zelfkritiek en zelfspot, maakt dat futiliteiten worden uitvergroot tot immense proporties. Het maakt dat we wissewasjes niet in de kiem smoren maar laten uitgroeien tot gigantische problemen. En dat we schelden en tieren over wat de ander ons allemaal niet aandoet. Pff, hoe ingewikkeld kan je het leven maken, vraag ik me vaak af.
Terug naar de lijstjes: ik heb er een in detail bekeken, nl die over onze gezondheidszorg. Welke en waarom deze, is een logische vraag daar ik eerder over objectiviteit repte. Nu ik heb het lijstje bekeken die mij op dit moment meer dan de andere boeit en waar ik toegang tot heb. Niente objectief dus!
Qua kwaliteit gezondheidszorg staan we op plek een in Europa! Van alle lijstjes is dit het enige waar we op een staan!!! Verwonderlijk als je ziet hoe veel we te klagen hebben over ons systeem. Deze lijst is gebaseerd op het Euro Health Consumer Index (EHCI) 2015 (Björnberg, 2016). En gaat zelfs zover te claimen dat we het allerbeste gezondheidszorgsysteem hebben:
… it seems very difficult to build an Index of the HCP type without ending up with The Netherlands
on the medallists’ podium, creates a strong temptation to actually claim that the winner of the EHCI 2015 could indeed be said to have “the best healthcare system in Europe”. There should be a lot to learn from looking deeply into the Dutch progress! (EHCI, 2016: pg.7)
De EHCI maakt nog wel de kanttekening dat ze vooral kijkt naar de consument vriendelijkheid. Echter ze stelt tevens dat je met Nederland bij de top 3 sinds de start in 2005 je gerust mag spreken van het beste systeem!
Zonder al te diep op detail in te gaan, wil ik toch een paar elementen uit dit rapport betreffende de gezondheidszorg en dan specifiek slechts over Nederland er uit lichten. Van de 48 indicatoren ‘scoort’ ons land er slechts op 2 slecht en op 6 matig. Dit altijd t.o.v. de andere Europese landen waar over het algemeen gesproken kan worden over een hoge standaard. Wanneer we kijken naar de 6 subgroepen dan behoort Nederland tot de top. Het behaalt de hoogste score in 4 van de 6 subgroepen (pg. 27).
Van de twee punten waar we slecht op presteren is er een de directe toegang tot specialistische zorg. Tegelijkertijd wordt dit de hoeksteen van ons systeem genoemd. Immers je moet eerst langs de huisarts om een doorverwijzing te halen. In veel gevallen lijkt dit dus een goed aspect. Vraag me alleen af waarom dit ook het geval is wanneer je een doorverwijzing hebt van een buitenlandse arts? En dan niet uit een land met een slecht systeem maar bijvoorbeeld uit Frankrijk zoals mij overkwam dit jaar.
Het andere punt waar we ‘t slecht op doen is fysieke activiteit als onderdeel van preventie. Helaas kon ik niet achterhalen wat de achterliggende oorzaak hiervan is. Dat probeer ik nog te achterhalen.
Een ander aspect wat ik niet onvermeld wil laten zijn de kosten. Het rapport stelt dat de kosten per capita in Nederland tot de top van Europa behoren. Zeker als we bij dit aspect de landen Noorwegen, Zwitserland en Luxemburg buiten beschouwing laten als de rijkste landen van Europa. De retorische vraag of we deze gezondheidszorg kosten kunnen en willen betalen passeert. Om het beeld aangevuld te krijgen heb ik ook even in onze nationale statistieken gekeken over gezondheidszorg: het CBS stelt dat de zorguitgaven de laatste 3 jaar minder sterk zijn toegenomen. Wanneer we kijken naar de bestedingen vanaf 1972 zien we dat ze toen 8,7 % uitmaakten van ons BBP t.o.v.14,1 % in 2015. En hiermee zitten we dus aan de top van Europa.
Al deze bespiegelingen in ogenschouw nemend, rijst toch de vraag waarom we zoveel klagen en waarom we zoveel slecht nieuws krijgen over de stand van zaken in de zorg. Boeiend om uit te zoeken. Ik ga aan de slag!
Björnberg, A. (2016). Euro Health Consumer Index 2015. Retrieved from internet 5 jan 2017.
CBS –Zorguitgaven stijgen langzamer
Zorguitgaven sinds 1972 – Eurostat
Download hier EHCI2015report
Comments are closed.