Elke week opent er wel een nieuwe winkel in de Javastraat. De straat is hard op weg om de leukste winkelstraat van de stad te worden en daarmee de Negen Straatjes of de Haarlemmerstraat definitief van hun troon te stoten. In het geval van de laatste lijkt dat overigens alleen nog te moeten voor het oog van de toerist die zich baseert op zijn gedateerde reisgids.
De Javastraat was lang gelden een volksbuurt, daarna een Vogelaarswijk met een grote culturele diversiteit en is nu op weg om een gegentrificeerde buurt te worden. Het begon met “Licht en Meubels” dat lang voordat de straat populair werd neerstreek in de toen nog door Turkse en Marokkaanse slagers en groenteboeren gedomineerde straat. Dat was lef want het was helemaal niet zeker dat de buurt de toch niet al te goedkope waar uit de winkel zou aanschaffen. Ook restaurant de Wilde Zwijnen behoorde tot de pioniers van de straat. Met de opknapbeurt van het Javaplein en de vestiging van Borneohof met een filiaal van de OBA, de Coffee Company en een trendy fitness was de toon definitief gezet. Alras volgde hippe koffie- en dranktentjes. Wie had ooit kunnen bevroeden dat er zich een heuse rumbar zou vestigen?
Het is er inderdaad prachtig en de diversiteit is op alle fronten toegenomen. Na de restaurants en bars volgenden winkels met delicatessen, een ijswinkel (gelukkig tot nu toe bij een gebleven ) en andere zaakjes als Strong Food een mooie winkel met gezonde en uitgebalanceerde producten. Ook de kledingwinkels zijn niet van het doorsnee formaat. Fair, ecologisch en duurzaam zijn key-words in deze trendy winkels. Voor ieder wat wils, keuze te over. Het leuke is dat de Turkse en Marokkaanse slagers en groenteboeren er ook nog steeds zijn. Een uitgelezen manier om te mengen zou je denken.
Niets van dat alles, helaas. In de vele hippe tentjes is het publiek overwegend jong, hip en …blank. Mengen deze jonge studenten en net afgestudeerden dan niet met de oudere dames en heren, veelal eerste generatie bewoners afkomstig uit een niet-Westers land? Het antwoord luidt simpelweg: niet of nauwelijks. De ‘witte’ garde doet zijn boodschappen in alle winkels, afhankelijk van wat men zoekt. De slagers en groenteboeren hebben een ruim en zeer betaalbaar assortiment, kortom ideaal. Daar zien we dus wel vermenging. Andersom, de restaurants en koffietentjes, worden niet bevolkt door alle gebruikers van de straat. Hoe jammer!
Hoe komt dit en wie houdt dit in stand, deze scheiding tussen ‘oude’ Nederlanders en ‘nieuwe’ Nederlanders (welke politiek correcte term hoor je tegenwoordig te gebruiken? want oud en nieuw heeft niets met leeftijd te maken, noch met de duur dat men in Amsterdam woont). Zelf breek ik me hier het hoofd over. Want een tweedeling en geringe vermenging op wat voor manier dan ook is altijd slecht voor een leefomgeving, zeker wanneer dit dreigt te institutionaliseren (ook al kunnen we het niet afbakenen of omvatten in een gebouw of beweging).
Tijdens de verkiezingsstrijd voor de Tweede Kamer liep ik al flyerend door de buurt. Mooie gelegenheid om onbekende mensen op straat aan te spreken. Het heeft me de ogen geopend: zeker 7 van de 12 mensen die ik wat langer sprak was van zogenaamde andere etnische afkomst. En zij gingen allemaal op de PVV stemmen want wilden beslist niet dat er nog nieuwe Nederlanders bij kwamen.
Het stemt me droevig want er zijn zo veel mensen die het moeilijk hebben en daarom hierheen vluchten.
Moeten er regels zijn? Ja! Moet er barmhartigheid zijn? Zeker! Moeten we het met elkaar doen? Absoluut!
Want alleen een inclusieve stad met slechts bepekte uitersten is en blijft een leuke en bewoonbare stad.
Comments are closed.