28
jan

ESG en CSRD – ook in de hotelwereld?

ESG het is een term die de komende tijd veelvuldig voorbij zal komen. Net als CSRD, de nieuwe wetgeving die bedrijven verplicht over hun duurzaamheid te rapporteren. Daarnaast zijn er nog tal van andere afkortingen waardoor je snel door de bomen het bos niet meer ziet.

Op deze website zullen we telkens een onderwerp aansnijden waarover we wat meer vertellen en de links met ESG en CSRD duidelijk maken. In dit eerste blog gaan we dieper in op de belangrijkste termen rond deze onderwerpen.

De termen uitgelegd.

ESG staat voor Environmental, Social en Governance. In goed Nederlands vertalen we dit naar milieu of ecologie, sociaal spreekt voor zich en met governance bedoelen we bestuur.

CSRD is de afkorting voor corporate social reporting directives. Het duidt op de verplichte duurzaamheidsrapportage. Naast de al lang verplichte financiële rapportage moeten bedrijven ook verantwoording afleggen over hun beleid op duurzaamheid, ook wel de niet-financieel rapportage genoemd.

Een laatste term is de ESRS hetgeen European Sustainability Reporting Standards betekent. 

Er zijn nog meer termen en afkortingen maar deze zijn wel de belangrijkste. Daarnaast zijn er een aantal begrippen dat samenhangt met deze rapportages. We noemen er drie: dubbele materialiteit, ketenverplichting en stakeholders.

Om te beginnen met dubbele materialiteit; dit betreft de impact van de omgeving op het bedrijf én de impact van het bedrijf op de omgeving. Het gaat dan om ontwikkelingen in de omgeving, het land of zelfs de wereld die invloed hebben op je bedrijf. De Covid-pandemie is hier een goed voorbeeld van. In Ons land legden lockdowns de hospitality industrie nagenoeg stil. Wereldwijd nam het aantal reizen drastisch af. Gelukkig duurde dit niet al te lang in vergelijking met een ontwikkeling die van veel langdurigere aard is: de klimaatverandering. Talloze maatregelen op nationaal en lokaal niveau treffen ook de hospitality industrie. Te denken valt aan het terugdringen van afval of energieverbruik. Dit laatste, de beschikking over voldoende energiebronnen, staat door de Russische oorlog met Oekraïne ook zwaar onder druk met als gevolg onzekerheid over toevoer en energieprijzen. Deze impact van buiten naar binnen is de zogeheten financiële materialiteit.

De impact materialiteit gaat over de invloed die een bedrijf heeft op haar omgeving. Ook hier weer een voorbeeld. De kleine Limburgse gemeente Landgraaf zou niet of nauwelijks bekendheid genieten als daar niet het jaarlijkse evenement Pinkpop zou plaatsvinden. Gedurende drie dagen trekt dit festival duizenden bezoekers, en dit aantal overtreft vele malen het inwonertal. Het festival vergt een grote inspanning op meerder vlak als logistiek, veiligheid, schoonmaak, catering e.d. De impact op Landgraaf zowel positief als minder positief laat zich raden.

Ketenverplichting is het tweede begrip da belangrijk is in deze nieuwe wetgeving. Bekend en veelgebruikt voorbeeld is chocolade. De verkoper van chocolade moet zich ervan vergewissen dat de producent een eerlijk productieproces heeft. De producent moet zich ervan vergewissen dat de chocobonne eerlijk zijn verkregen, tegen een faire prijs, zonder slaven- of dwangarbeid, en al helemaal niet door kinderarbeid. Dit gaat nogal ver maar dat is wat de ketenverpichting inhoudt. Een situatie die meer aanspreekt in de hospitality industrie is het inhuren van personeel. Worden de ingehuurde medewerkers fatsoenlijk betaald, niet gediscrimineerd, bestaat er gelijke behandeling van manen en vrouwen ed.

Tot slot het laatste begrip, stakeholders. Impact op en van gaat over stakeholders. Stakeholders zijn alle partijen die een belang hebben bij een bedrijf, zowel financieel of niet-financieel: medewerkers, klanten, leveranciers, de overheid, de omgeving, de brancheorganisatie en overheidsinstanties.

De duurzaamheidrapportage dient om transparant te zijn over de rol van duurzaamheid binnen je bedrijf naar al je stakeholders

In volgende blogs gaan we telkens dieper in op een aspect van deze nieuwe wetgeving en wat dit voor je bedrijf betekent of gaat betekenen.

17
jan

Focus op ESG laat stakeholder zegevieren

Stakeholder versus shareholder

Lange tijd lag de focus op shareholders. Maar het tij lijkt definitief te keren. De strijd tussen shareholders of stakeholders werd in de jaren tachtig prominent op de kaart gezet door de opponenten Edward Freeman en Milton Friedman. Friedman, fervent voorvechter van de vrije markt, staat bekend als voorstander van winstmaximalisatie voor aandeelhouders. Freeman daarentegen vindt dat bedrijven niet alleen naar de belangen van de eigenaren moeten kijken. Hij was pleitbezorger van een focus op een breder palet van stakeholders. Onder deze belanghebbenden schaart hij onder meer medewerkers, klanten, leveranciers en overheidsinstanties met hun uiteenlopende belangen.

Lang leek in deze ‘tweestrijd’ Friedman’s aandeelhouderswaarde de boventoon te voeren. Sterker nog in de afgelopen decennia van neoliberalisme voerde het belang van de aandeelhouder de boventoon. Inmiddels, aan de vooravond van de invoering van de Corporate Social Reporting Directives (CSRD), groeit het besef dat niet alleen de belangen van shareholders belangrijk zijn. Een stakeholder benadering waarbij de belangen van alle stakeholders mee worden genomen, lijkt de overhand te krijgen.

ESG en CSRD

De wet Corporate Social Reporting Directives (CSRD) is in 2021 door de Europese Commissie aangenomen. Vanaf 2024 moeten grote bedrijven hieraan voldoen. Deze wet verplicht bedrijven om naast een financiële verslaglegging ook een niet-financiële verslaglegging te produceren. Anders gezegd, de CSRD verplicht bedrijven om te rapporteren over hun duurzaamheid. Concreter over de drie duurzaamheidsthema’s: milieu of environmental (E), maatschappij of social (S), en bestuur of governance (G). Bedrijven moeten inzicht verschaffen hoe de ontwikkelingen op duurzaamheidsgebied hun raken (outside-in) en tegelijkertijd moeten ze inzicht verschaffen wat de invloed van het bedrijf is op de omgeving (inside-out). Dit wordt dubbele materialiteit genoemd: de impact op en de impact van het bedrijf, ofwel de financiële en de impact materialiteit. Rapporteren alleen is niet voldoende. Bedrijven dienen in kaart te brengen waar ze staan op verschillende aspecten van duurzaamheid, wat ze gaan doen om te verbeteren, en wanneer ze dat bereikt hebben.

Stakeholders en ESG

De filosoof Freeman vond uitsluitend aandacht voor de eigenaren ontoereikend. Immers er zijn vele mensen die een belang hebben bij of impact ondervinden van bedrijven. Zo ondervinden de bewoners in de buurt van Tata Steel bijna dagelijks last van de staalgigant. En moet de onderneming zwaar aan de bak om CO2 neutraal en duurzaam te gaan produceren. De rechtszaak die milieudefensie tegen Shell had aangespannen vanwege hun klimaatbelasting, Shell heeft deze verloren, is zelfs revolutionair te noemen. Maar ook misstanden in de zin van grensoverschrijdend gedrag als bij de programma’s The Voice en De Wereld Draait Door, zijn voorbeelden van weinig tot geen aandacht voor het belang van andere stakeholders, jonge talenten of medewerkers.

Het moet anders. Meer aandacht voor alle stakeholders en niet alleen maar voor de shareholders en winst. Freeman zei het al in 1984 (zie meer over Freeman en stakeholders theorie in mijn proefschrift). Zo krijgt Freeman bijna 40 jaar later toch nog het gelijk aan zijn kant. En begint de rest van de wereld dit ook in te zien.

13
jan

Limitarisme, Easterlin (paradox) en Aristoteles

Limitarisme

Sinds kort staat limitarisme ineens volop in de belangstelling. Een column van Sander Schimmelpenninck in de Volkskrant, een artikel in het FD, en op BNNVARA een discussie over limitarisme . Toch is dit geen nieuw begrip al moet ik eerlijk toegeven dat ik het ook niet kende. Het is al veel eerder gemunt door prof. dr. Ingrid Robeyns. Zij stelt dat er een maximum aan rijkdom zou moeten zijn. Ofwel een bovengrens aan wat een mens aan inkomen en vermogen mag vergaren. Er is immers ook een ondergrens voor wat we in een geciviliseerde maatschappij als de onze acceptabel vinden. Daaronder moeten we mensen ondersteunen zodat ze niet onder deze armoedegrens geraken. Zou een bovengrens dus ook niet tot de mogelijkheden behoren of moeten kunnen behoren?

De hier zeer beknopte toelichting over politiek filosofe Robeyns en haar limitarisme doet geen recht aan haar en haar werk maar helpt om een idee te krijgen. In een artikel uit 2022 licht ze haar visie toe. Een paar kernwoorden. Ze schaart haar opvattingen over limitarisme onder de stroming van de zogeheten probleem-gestuurde politieke filosofie. Dat wil zeggen dat het over praktische problemen gaat en kijkt naar wat het kan bijdragen aan de analyse en oplossing van het probleem. Voorts noemt ze dat het zowel een comparatieve als relatieve connotatie kent. Comparatief in de zin dat het altijd in vergelijking met anderen is. Relationeel omdat het naar de relatie of verbinding met anderen kijkt. Daarnaast zet ze limitarisme af tegen egalitarisme en sufficientarianisme: egalitarisme beoogt gelijkheid voor mensen qua politiek een sociale mogelijkheden; sufficientarianisme beoogt dat elk mens voldoende heeft. Beide zijn vormen van distributieve rechtvaardigheid (zie het boeiende. artikel van Robeyns voor nadere toelichting).


Easterlin-paradox

Voordat ik verder ga met een beschouwing over wat ethisch zou zijn of simpelweg goed voor de maatschappij, wil ik even de theorie van Richard Easterlin aanstippen. Easterlin was de eerste econoom die onderzoek deed naar geluk. Hij komt tot ontdekking dat er een correlatie is tussen inkomen en geluk. Echter slechts tot een bepaald niveau. Daarboven wordt men niet gelukkiger. Dit geldt zowel voor individuen als naties. Dit verschijnsel staat bekend als de Easterlin-paradox.  Het inkomen waarvan wordt gezegd dat je daarboven niet meer gelukkiger wordt, lijkt te liggen rond de 180.000 – 200.000 euro op jaarbasis. Het jaarsalaris waarmee men gelukkig is, ligt zelfs veel lager (zie het web voor de verschillende salarissen in relatie tot happiness). Easterlins’ theorie kijkt eveneens naar wat anderen hebben (comparatief) en naar de verhouding met of tot anderen (relationeel).

Het verschil tussen Robeyns en Easterlin is hun invalshoek of discipline, respectievelijk politieke filosofie en economie. Beide invalshoeken zijn interessant in een maatschappelijk en politiek debat.


De kardinale deugden van Aristoteles

Terug naar de filosofie en meer specifiek naar de ethiek. Recent woonde ik een lezing bij van de Denker des Vaderlands, emeritus hoogleraar wijsgerige ethiek Paul van Tongeren. Zijn vertoog ging over Aristoteles en diens kardinale deugden.

De naam kardinaal komt van het Latijnse woord ‘cardo’, dat scharnier betekent. Er zijn vier kerndeugden waarom alles draait (zie de afbeelding hierboven). Ze zijn als scharnieren, waaraan de deur met alle deugden draait. Ofwel, de kardinale deugden zijn onmisbaar voor een deugdzaam leven en zijn aanwezig in elke andere deugd (mijn artikel over virtue ethics gaat hier nader op in). Mij gaat het in relatie tot het limitarisme vooral om de vierde deugd, gematigdheid, matigheid of zelfbeheersing. Wat deugden of deugdzaam leven is, is voor ieder persoon verschillend en situatie-afhankelijk, volgens Aristoteles. Een antropologische insteek voor een ethisch gezichtspunt, denk ik als antropologe en ethica.

In zijn Ethica Nicomachea introduceert hij ‘het gulden midden’. Dit staat voor het wenselijke midden tussen twee uitersten, of twee ondeugden. Een vaak gebruikt voorbeeld ter illustratie. Aristotles noemt als deugd moed. Daartegenover zet hij twee ondeugden: lafheid en roekeloosheid of overmoed. Als we bezit in dit licht bekijken, is armoede een uiterste (ik zou het geen ondeugd willen noemen want wie wil nu arm zijn?) en rijkdom en met name excessieve rijkdom het andere uiterste. Dit een ondeugd noemen gaat wellicht ook wat ver. Aristoteles zegt niet dat je niet rijk mag zijn, maar zegt dat niet té rijk zou moeten willen zijn.

Maatschappelijke discussie

Robeyns’ limitarisme vraagt een reflectie over wat rijk en té rijk is. Eastelins’ happiness theorie geeft aan dat een natie of een persoon niet gelukkiger wordt boven een bepaalde grens van rijkdom. Een combinatie van dit politieke filosofische gedachtegoed met het economische welzijnsdenken, vormt wellicht een interssant vertrekpunt voor een maatschappelijke discussie. Want excessief rijk zijn geen ondeugd noemen hangt af van wat je er mee doet: in vergelijking tot anderen en in relatie tot anderen. Tijd om hier eens goed met elkaar van gedachten over te wisselen.

P.S. ik heb in dit artikel geen aandacht besteed aan de impact en effecten van extreme rijkdom. Het op de eerste dag van de Wereld Economic Forum in Davos gepubliceerde rapport van OXFAM Novib doet dat wel en stelt eveneens de vraag of het geen tijd is voor een rijkdomsgrens?