In 2002 was ik op vakantie in Indonesie. Rondtrekken op Java, Bali,Lombok en Flores. Jakarta had toen zo rond de 11/12 miljoen inwoners. Inmiddels heeft het er ruim 17 miljoen. Althans dat zijn de officiële cijfers, waarschijnlijk ligt het echte aantal aanzienlijk hoger. Ik herinner me nog de drukte in de stad. En vooral de viezigheid. Die viezigheid was iets ‘eigens’ want eigenlijk zag je dat overal in Indonesie. Dat gecombineerd met warmte maakte dat het tegenkomen van ratten en kakkerlakken eerder regel dan uitzondering was.
Citymarketing en hypes? Van de week werd ik opgebeld door een journalist van het AD Rotterdam. ‘Of ik al gehoord had van de citymarketeer van Oud-Beijerland die zijn gemeente in de schijnwerpers zetten door Pokémon-gamers te lokken?’ Nee, dat had ik niet. ‘En wat vond ik daar van?’ (lees hier het artikel: Citymarketing & Pokemon 1 & CP 2).
Locatie: eerste verdieping van de OBA waar het ‘Paleis voor Volksvlijt 2056′plaatsvindt, dé locatie om te praten over de toekomst van Amsterdam.
De drie reacties op mijn artikel in Het Parool van 2 mei waren fel en ik verwijs in dit stuk naar deze drie (‘Neem de klagende inwoners serieus’ – Amsterdam – PAROOL). Ik heb nog twee kritische bedenkingen gehad per mail. Maar verder was het aantal positieve reacties (gelukkig) groter. De meeste vonden het een inhoudelijk goed en genuanceerd stuk.
De reacties op mijn recente artikel in de krant over de drukte doen stof opwaaien. Dat is mooi want uitsluitend door met elkaar in dialoog te blijven of juist de discussie aan te gaan, kunnen we tot gezamenlijke oplossingen komen.
Zowel in Het Parool alsook op het web zijn er reacties geweest en ook persoonlijk heb ik reacties ontvangen. Kritische, constructieve maar ook reacties die mij mijn wenkbrauwen hebben doen fronsen. Reacties zijn natuurlijk een manier om uit te drukken dat je het met iemand niet eens bent. Of debat en discussie op te starten. Dat was ook precies mijn bedoeling, kijken of we de problemen van meer kanten kunnen belichten en oplossingen kunnen zoeken.
Steeds vaker hoor je dat Rotterdam alle hippe lijstjes aanvoert en absoluut bezocht moet worden! En de stad voegt daar deze week weer een reden aan toe: een metershoge trap bij het CS (lees hier het artikel met mijn reactie op de trap AD 23-05-2016).
Hoe leuk kan je het maken? En wat zijn de steden in Nederland goed bezig. Twee weken geleden zei ik al iets over Eindhoven (http://www.aloaconsultancy.nl/2016/05/11/kampioensfeestje-positief-effect-stad), deze week was Rotterdam aan de beurt.
Alleen maar klagen over drukte helpt niet
Wekelijks, nee dagelijks klagen we over de drukte in de stad. Dat er problemen zijn valt niet te ontkennen. Echter, de klagers hebben de overhand, of in ieder geval roeren zij zich het meest en krijgen zij het vaakst het podium. Dat geldt zeker ook voor de artikelen in Het Parool.
Als gezegd, er zijn zeker knelpunten. Het benoemen van de problemen is belangrijk. Het zou daarbij overigens geen kwaad kunnen om deze wat nader te specificeren qua tijd, plek en soort probleem. Want niet overal (in het centrum) is het crisis.
Het hebben en vooral het houden van USP’s is steeds moeilijker voor aanbieders van producten en diensten. Een uniek kenmerk van een product is in de huidige technologische wereld snel na te maken. Productkenmerken zijn harde of tastbare kenmerken zoals kleur, vorm, (te behalen) snelheid, hoeveelheid, prijs, e.d.. Zachte of ontastbare kenmerken liggen meer in zaken die men ervaart zoals kwaliteit, gastvrijheid, authenticiteit e.d. Het zijn omschrijvingen van kenmerken die de gebruiker of gebruikers zelf geeft of geven aan een product of dienst.
Het lijkt een semantische kwestie: is iemand een toerist of een bezoeker?
En waarom zou je je überhaupt interesseren in dit verschil?